Als ik Tessa spreek tijdens haar vrijwilligersdienst bij Toevlucht, klinkt er op de achtergrond reggae-muziek en wordt er net een lunch bereid door één van de gasten van Toevlucht. Midden in de zonnige woonkamer zit Tessa aan tafel, met een dichtgeklapte laptop voor zich. “Ik neem altijd iets mee om te doen, maar ik zit eigenlijk continu te kletsen met iedereen. De mannen hebben vaak behoefte aan een praatje en voordat ik het weet, is het een uur later. De tijd bij Toevlucht vliegt altijd voorbij.”
Hoe ben je bij Toevlucht terechtgekomen?
“Ik heb culturele antropologie gestudeerd en veel gereisd. Ik was daarom op zoek naar een manier om die culturele uitwisseling te behouden die je normaal tijdens het reizen ervaart. Toen een vriendin mooie verhalen vertelde over haar vrijwilligerswerk, werd ik daar echt enthousiast van en heb ik me aangemeld. Vrijwilliger zijn bij de Toevlucht is ook een hele goede manier om mijn talen een beetje bij te houden. Zodra de gasten weten dat je een extra taal zoals Spaans of Portugees spreekt, gaan ze dat ook met je proberen te spreken. Dat vinden ze ontzettend leuk.”
Moet je per se een extra taal spreken om bij Toevlucht te werken?
“Nee hoor, de meeste mannen spreken redelijk Nederlands of Engels. Het lukt dan prima om met hen te communiceren. Het is juist erg leuk om hen te helpen bij hun Nederlands, dat zorgt altijd voor leuke situaties. Een tijdje geleden leerden we één van de gasten het verjaardagsliedje ‘Lang zal hij leven, in de gloria’, maar hij begreep de tekst niet helemaal goed. Hij zong: ‘Lang zal hij leven, in Groningen!’ Daar hebben we samen erg om gelachen.”
Wat doe je nog meer als vrijwilliger bij Toevlucht?
“Als vrijwilliger houd je het overzicht en ondersteun je de gasten bij hun dagelijkse taken. Zo moet er bijvoorbeeld worden schoongemaakt en dan help je de mannen die dag bijvoorbeeld even herinneren aan hun taken.”
Er wordt even tussendoor aan Tessa gevraagd wie er vanavond gaat koken. Ze werpt even een blik op het rooster en noemt de naam van de gast die aan de beurt is. Dan: “Ik vind zondag de leukste dag om hier te zijn, want dat is de enige dag waarop de mannen zelf koken. Er is dan altijd veel leven in de brouwerij, we eten allemaal samen en dat is echt heel gezellig. Bovendien krijg ik geregeld een gerecht voorgeschoteld dat ik nog nooit heb gehad. Het zorgt ervoor dat ik na elke dienst bij Toevlucht weer blij naar huis ga.”
Hoe vind je het als vrouw in een mannenopvang?
Voordat Tessa kan antwoorden gaat de bel en is het eigenlijk de bedoeling dat Tessa de deur opent voor een gast die beneden aan de voordeur staat. Maar een andere gast ziet dat we in gesprek zijn en geeft een seintje dat hij de deur wel even opent. Tessa knikt en bedankt hem. “Er wordt eigenlijk altijd heel goed voor mij gezorgd als ik hier ben,” zegt ze lachend. “De mannen zijn heel attent en behulpzaam. Als ze wat klaarmaken voor de lunch, dan willen ze dat ook altijd met me delen. Ze gaan heel respectvol met me om. Ik vond het eerst wel een gek idee, om als vrouw vrijwilliger te zijn in een mannenopvang, maar ik heb nog nooit een vervelende ervaring gehad.” (Lees verder onder de foto)
Elke paar maanden verhuizen er weer mannen van en naar Toevlucht. Hoe is dat voor jou als vrijwilliger?
“Met sommige mannen heb je echt een hele leuke klik. Toen ik vandaag binnenkwam, hoorde ik bijvoorbeeld dat één van de gasten, een lieve zachtaardige jongeman, gisteren is verhuisd. Natuurlijk ben ik dan heel blij voor hem. Voor hem betekent dit hopelijk een stapje dichter bij een verblijfsvergunning. Maar ik vind het tegelijkertijd heel jammer dat ik hem niet meer elke week zal zien. Heel soms komen oud-gasten nog eens langs en drinken we samen een kopje koffie. Dan vind ik het altijd fijn om te horen als het goed met ze gaat.”
Tekst en foto: Hester van der Geer